Een cursus in wonderen
Een cursus in wonderen is een boek dat is doorgegeven aan een Amerikaanse vrouw, Helen Schucman. Dat gebeurde in de jaren zestig van de vorige eeuw in de Verenigde Staten. Helen Schucman werkte als psycholoog aan een universiteit in New York. Het dictaat dat zij gedurende zeven jaar hoorde (tussen 1965 en 1972) heeft ze samen met haar collega William Thetford opgeschreven en uitgetypt. Dat werd het boek A Course in Miracles, dat in 1976 in de Verenigde Staten werd gepubliceerd en later in diverse talen is vertaald. In 1999 verscheen de Nederlandse vertaling.
Het boek komt van Jezus. Hij gaf het door aan Helen Schucman en zij schreef op wat zij hoorde. Dat gebeurde in de vorm van een innerlijk dictaat. Zij heeft alles precies opgeschreven zoals zij het hoorde en zoals het haar door Jezus verteld werd. Jezus gaf haar het boek door als een document dat handelt over liefde. Het gaat over hoe wij kunnen terugkeren naar onze werkelijkheid, die liefde is.
Een cursus in wonderen is een boek voor zelfstudie. Het bevat drie delen.
Het eerste deel, het Tekstboek, geeft een omschrijving van de theorie van de Cursus en van alle begrippen die erin voorkomen. Dit deel zet het denksysteem van de Cursus uiteen. Dit is nodig om te begrijpen waar de Cursus over gaat en waar het pad heen leidt. Het is de theoretische fundering van het pad van de Cursus. Het is noodzakelijk dit door te nemen wanneer je het pad gaat; je kunt dit niet doen zonder het Tekstboek te lezen.
Het tweede deel is het Werkboek. Dit bevat 365 lessen, één voor elke dag. Dit is bedoeld om te oefenen en in praktijk te brengen wat je in het Tekstboek gelezen hebt. Zo kun je dit toepassen in de praktijk van je dagelijkse leven en het hier oefenen. Het gaat erom de Cursus in praktijk te brengen en te vergeven wat je op je weg tegenkomt. De Cursus is een praktijkweg, het is geen theoretisch pad. Het Werkboek is dan ook belangrijk en het is noodzakelijk dit te doen wanneer je het pad van de Cursus volgt. Zonder Werkboek is de Cursus niet compleet en kun je het pad niet gaan. Daarom is het nodig het Werkboek te doen en toe te passen in je leven, en alles als een les te zien om te leren vergeven. Dat is het doel.
Het derde deel is het Handboek voor leraren. Dit deel geeft een samenvatting van de belangrijkste punten uit het Tekstboek en Werkboek. Het geeft tevens richtlijnen voor degenen die de Cursus onderwijzen en leerlingen hebben die de Cursus bestuderen. Het Handboek voor leraren is bedoeld voor gevorderde studenten, die de basis van de Cursus al beheersen. Zij zijn leraren van God omdat zij door hun vergeving in staat zijn liefde uit te breiden in de wereld. Dat is hun functie en dat is wat zij doen, onder leiding van Jezus. Jezus is hun leraar die met hen werkt. Zij werken onder leiding van hem en niet op eigen kracht. Daarom is hun functie gezegend en kunnen zij werkzaam zijn in de wereld ten dienste van God en van hun broeders.
Nadat het dictaat van de Cursus beëindigd was, zijn twee aanvullingen gedicteerd aan Helen Schucman. De titels zijn: ‘Psychotherapie. Doel, proces en praktijk’, en: ‘Het lied van het gebed. Gebed, vergeving, genezing’. Deze zijn gepubliceerd in een apart boekje, dat in het Nederlands vertaald is onder de naam: ‘Aanvullingen op Een cursus in wonderen’. De Aanvullingen zijn vanaf de negende druk van Een cursus in wonderen opgenomen in het blauwe boek zelf.
Deze twee teksten zijn gepubliceerd, nadat de Cursus verschenen was en dienen als aanvulling op het materiaal van de Cursus zelf. Zoals de titel al zegt zijn ze als aanvulling bedoeld en niet als inleiding op de Cursus. Je kunt ze dan ook het beste lezen wanneer je de Cursus al kent en op de hoogte bent van de begrippen die de Cursus hanteert. Ze bevatten materiaal over de specifieke onderwerpen die genoemd worden in de titels.
De Engelstalige editie, A Course in Miracles, wordt gepubliceerd door de Foundation for Inner Peace. De Nederlandse vertaling Een cursus in wonderen wordt gepubliceerd door uitgeverij Ankh-Hermes en kan hier besteld worden.
Uit: De grote bevrijding van Margot Krikhaar, pagina 217